Het waargebeurde verhaal van vijf broers uit de uitzonderlijke familie Bakker. De Friese familie – van streng gereformeerde, noordelijke notabelen tot onverzettelijke, moedige verzetsstrijders.
Eind negentiende eeuw besluit Popke Bakker, de zoon van de kastelein van herberg ‘De Drie Zwaantjes’ in Langweer, met zijn vrouw Dieuwke en hun kinderen – ze kregen uiteindelijk vijftien kinderen – een garen- en -bandwinkel te beginnen in Buitenpost. De zaak P.S. Bakker groeit uit tot een bekend modehuis in het noorden van Nederland met filialen in Leeuwarden en Groningen.
Enkele kleinkinderen van de streng gereformeerde Popke en Dieuwke bleken homoseksueel, een geaardheid die vanuit hun achtergrond geprobeerd werd te verbergen. Na de inval van de Duitsers komen zij in verzet. Uiteindelijk wacht de familie Bakker een dramatisch lot. De familie wilde tijdens de Tweede Wereldoorlog niet aan de zijlijn blijven staan en betaalden daar een hoge prijs voor.
Het Jeltingahuis in Buitenpost. Popke Sjoerds Bakker koopt het huis in 1914 voor drieduizend gulden. |
De kinderen Bakker in Buitenpost, 1927. Van links naar rechts: Popke, Dirk, Sjoerd, Baukje, Albert, Djoeke, Sjoeke, Lammert en Maaike. |
Toni Boumans
De voorstelling is gebaseerd op het boek Je mag wel bang zijn maar niet laf van Toni Boumans (1944). Toni werkte jarenlang bij de VARA als radio- en tv-journaliste en is onder meer verbonden geweest aan het programma Zembla. Ze schreef onder andere de boeken Herinneringen aan Srebrenica, en Een schitterend vergeten leven waarvan de laatste titel uitgroeide tot een bestseller in Nederland. Voor het boek kreeg Toni toegang tot veel persoonlijke documenten en schreef een uniek verhaal over deze uitzonderlijke familie met een bewonderenswaardig moreel kompas. Voor het eerst lieten de nazaten van de Bakkers zich interviewen over hun voorouders.
Foto: Karoly Effenberger, Nederland, Hilversum, 17 Januari 2020 Portret van de Nederlandse schrijfster Toni Boumans |
Cover van het boek, ‘Je mag wel bang zijn maar niet laf’ |
Oetsen van der Veen
Oetsen van der Veen (22 jaar) zit in zijn laatste jaar van de opleiding docent theater. De in Leeuwarden woonachtige jonge regisseur groeide op in Kollumerzwaag en is daar nog regelmatig te vinden. Oetsen heeft op jonge leeftijd al veel in de theaterwereld gedaan. Zo heeft hij gespeeld in bijvoorbeeld Iepenlofspul, les gegeven aan studenten theater, trainingen ontworpen en doet nu de regie van Moed – Je mag wel bang zijn maar niet laf. Met zijn projecten haalt hij maatschappelijke thema’s naar voren zoals een community art voorstelling met het vrouwen popkoor SWITCH over wat voor betekenis muziek heeft in tijden van Corona, de voorstelling in samenwerking met Arcadia over neuro divergentie bij jongeren en heeft voor zijn afstudeervoorstelling samen met Time to Connect (een jongeren vrijwilligersnetwerk dat hulp en netwerk biedt aan kwetsbare en eenzame Leeuwarders) het onderwerp eenzaamheid met 6 jongeren in Leeuwarden onderzocht.
Oetsen voelt een enorme passie om kunst in te zetten om bewustzijn te creëren voor de wereld om ons heen. Met de actuele conflicten die zich voordoen en in het verleden hebben plaatsgevonden in gedachten. Na het lezen van het boek ‘Je mag wel bang zijn maar niet laf’ van Toni Boumans voelt de jonge regisseur gelijk een connectie met de thematiek. “Er is veel moed voor nodig om je te kunnen uiten, vooral in de tijd waarin het boek zich afspeelt. Mensen snappen het wel, maar begrijpen het niet.” Juist met dit begrip vliegt hij deze voorstelling aan en hoopt hierbij mensen te kunnen raken. “Niet alleen omdat het over vroeger gaat, maar ook omdat dit onderwerp vandaag de dag nog steeds erg relevant is.”
Regisseur Oetsen van der Veen (22) |
Oetsen met Jarno, Just, Bram, Fokke, Nick, Abia en Sam |