Kaarten

VOORSTELLING OVER MELDKAMER RAAKT DOOR DIEPE BETROKKENHEID VAN DE MAKERS

Door: Kester Freriks
Fotografie: Natalia Balanina

De mensen die een helpende hand bieden in de meldkamer werken in hun dienst acht uur lang, non-stop. Elke seconde stromen meldingen binnen. Ze cijferen zichzelf weg, soms ten koste van zichzelf. In de Friestalige voorstelling En ik dan? vertolkt zangeres Hiske Oosterwijk de rol van Floor, een betrokken vrouw die door haar werk zelf in de problemen komt. Opofferingsgezindheid blijkt een gevaarlijk houding. Jezelf uitgummen is een vaak onzichtbare tragiek.

Daar zit ze, in de meldkamer. Headset op. Het eerste wat ze zegt als er een wanhopig telefoontje komt: ‘Met de meldkamer, waar bevindt zich de plaats van melding?’ Soms volgt er een duidelijk verhaal, maar meestal een stamelend en verward relaas van de melder. Baby-dochtertje ademt niet meer, bijvoorbeeld. Huiselijk geweld. Onberekenbare zoon. Een EHBO’er die een ambulance (een ‘ambu’) wil regelen en of zij, Floor van de meldkamer, het even wil fiksen.

Achter haar knalroze stoel is er een decor van aan- en uitflitsende lampen, ontworpen door Mirjam Grote Gansey. Die suggereren onrust en gejaagdheid. Regisseur Jos Thie en tekstschrijver Bouke Oldenhof werken samen – wat ze al decennia doen bij talloze producties – in dit stuk over zorgverlening, mantelzorgers en ieder die zich opoffert voor de ander . Thema: ‘Sy helpt elkenien, mar wa sjocht nei har?’ Ofwel, ze helpt iedereen, maar wie kijkt er naar haar om? Het Friese gezelschap Pier 21 brengt de voorstelling uit; vanaf januari 2026 volgt er een Nederlandstalige tournee.

Floor heeft een vriend, Sander (Lourens van den Akker), en een broer, Roel (Jochem le Cointre). Roel heeft een verstandelijke beperking, ook voor hem moet Floor zorgen. In een mooie scène gaat ze met hem en Sander uit eten. Als Roel ontvlamt in boosheid, met schoenen gooit en zich verbergt achter de menukaart, wordt Floor heen en weer geslingerd tussen liefde en zorg, tussen wat haar hart wil en wat plicht van haar verwacht. In een psychologisch-realistische speelstijl zet de regie het conflict scherp aan, met bittere en herkenbare hoogte- en dieptepunten. Floor is eigenlijk het meest gelukkig als ze kan helpen. Dat is haar roeping. Hierdoor komt haar relatie met Sander in de knel. Kiezen tussen Sander en Roel is onmogelijk, hoe kan ze evenwicht vinden?

Een prachtige regievondst is om Le Cointre, die ook de elektronica bedient (live op de toetsen), de meldingen als muziek te laten vertolken. Snel en gejaagd toetsenspel als de noodlijdenden voor het eerst bellen, trager als ze uitleg gaan geven. Klank en tempo verklanken de ernst van de situatie. Halverwege volgt de dramatische verknoping van liefde en zorgplicht. Floor is doorgedraaid en meldt zichzelf bij de meldkamer. Het is een fraai geënsceneerd spel in het toneelspel. Le Cointre zorgt voor bijbehorende muziek. De rollen zijn omgedraaid, en iedere toeschouwer beseft dat we ons eigenlijk nooit afvragen wie toch de mensen zijn achter de stem van 112.

Het gezelschap heeft de voorstelling ook opgevoerd voor de Meldkamer Ambulancezorg Noord-Nederland, en daar in deze werkelijke ambiance inspiratie geput voor dit hevige realisme. Een andere inspiratiebron is het echte leven van Oosterwijk; zijzelf wijdde zich ook aan mantelzorg en ze schreef er liederen over. De inzet van haar rol is een persoonlijke. Die dimensie extra geeft En ik dan? een diepere lading. Spel en werkelijkheid raken elkaar. Dat Sander als vrijwilliger bij de brandweer werkt, maakt ook zijn rol interessant.

Oosterwijk wisselt haar spel af met liedteksten, onder meer van haar album Evenwicht (2024), in samenwerking met Niels Voskuil. Een ander lied is Ik bin it ûngemak, waarin ze verhaalt over haar persoonlijke mantelzorg. Zo sterk maatschappelijk geëngageerde voorstellingen al deze zie je niet zo vaak in het theater anno nu. Misschien is de esthetische kant wat minder en is het spel eerder rechttoe-rechtaan dan gestileerd, de zeggingskracht is er niet minder om.

De diepe betrokkenheid van met name Oosterwijl bij het onderwerp is groot en raakt ons, als publiek. Daar komt bij dat haar jazzy, soms swingende en ook intieme zangstijl met teksten over het spanningsveld tussen bekommernis en empathie versus persoonlijk leven en de eigen privésfeer de zeggingskracht versterken. Het is een volkomen terechte vraag uit de titel, wie denkt er aan mij? En ik dan? Knap en boeiend dit spel tussen plicht en plicht, tussen zorg in de buitenwereld en zorg thuis. Oosterwijl verbeeldt die verwarrende samenhang met grote inzet.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Naam(Vereist)
Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.