Kaarten
Dapper en onverzettelijk

Mient en Trijntje Bakker uit Buitenpost kregen negen kinderen. Hun vijf zoons, gereformeerde dorpsjongens, werden moedige verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog. Oetsen van der Veen regisseert een toneelstuk over dit bijzondere verhaal: Moed – je mag wel bang zijn maar niet laf.

De trouwzaal van het Jeltingahuis in Buitenpost staat vol met stoelen, en er liggen draden op de witte marmeren vloer. Technici van Pier21 lopen af en aan met licht- en geluidsapparatuur. Het statige pand aan de Stationsweg in Buitenpost wordt deze dag ingericht als theater voor de voorstelling Moed, je mag wel bang zijn, maar niet laf. Een aangrijpend verhaal over de dappere broers Popke, Dirk, Sjoerd, Albert en Lammert Bakker.

Regisseur Oetsen van der Veen (22) loopt door het Jeltingahuis en staat even stil voor de grote zwart-witfoto’s van de broers die tegen de wanden in de Trouseal staan. In de statige trouwzaal dronk de familie Bakker op zondagen koffie. Eindelijk is het bijna zover, zegt hij.

Eind negentiende eeuw besluit Popke Bakker, de zoon van de kastelein van herberg ‘De Drie Zwaantjes’ in Langweer, met zijn vrouw Dieuwke en hun kinderen – ze kregen uiteindelijk 15 kinderen – een garen- en bandwinkel te beginnen in Buitenpost. De zaak P.S. Bakker groeit uit tot een bekend modehuis in het noorden van Nederland met filialen in Leeuwarden en Groningen.

IN GEWELDIGE KANS

Twee jaar geleden werd Oetsen door Pier21 benaderd om mee te werken aan de voorstelling. Hij volgt de opleiding docent theater aan NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden en kwam tijdens de stage die hij bij theatergroep Pier21 liep ook in contact met regisseur Jos Thie die zijn afstudeervoorstelling beoordeelde. Of hij Moed wilde regisseren? ,,In geweldige kâns dy’t ik net lizze litte koe’’, zegt Oetsen die in Kollumerzwaag opgroeide.

Het is om verschillende redenen een familiegeschiedenis die hem ligt. Het is een serieus verhaal over broers die van elkaar hielden, verzet pleegden in de oorlog en hun geaardheid niet verzwegen. Ze kwamen alle vijf dramatisch aan hun einde.

OPRJOCHT NIJSGJIRRICH

,,Humor, dêr ha ik net safolle mei. Ik wol teäter meitsje dat der maatskiplik ta docht.’’ Misschien komt het door zijn autisme dat hij het liefst serieuze stukken regisseert. Hij wil weten wat er in de ander omgaat en voelt vrijwel altijd aan als iemand niet zo lekker in zijn vel zit. Eenzame jongeren en mensen met een hulpvraag bijvoorbeeld helpt hij graag op weg om hun problemen zichtbaar te maken en zich open te stellen.

Theater is voor hem bij uitstek een middel om te communiceren, problemen bloot te leggen en bespreekbaar te maken. ,,Ik bin ek oprjocht nijsgjirrich nei de oar.’’

Oetsen heeft behalve autisme ook ADHD. ,,En ek dat is foar my gjin belemmering yn dit fak. Júst net.’’ Het stelt hem in staat om out of the box te denken, zegt hij. En als stuiterbal kan hij een ingedutte groep spelers als geen ander oppeppen.

,,Ik bin ek earlik en beneam wat ik sjoch.’’ Hij vroeg Jos Thie ergens halverwege het repetitieproces van Moed bijvoorbeeld of die zich zorgen maakte. Thie schrok van de vraag, zag Oetsen. ,,Net omdat it slecht gong, mar omdat ik earlik feedback frege. Ik koe ommers ek in negatyf antwurd krije. Mar at it net goed is wat ik doch, dan wol ik dat ek witte. Dan kin ik dêr oan wurkje.’’

DIT FERHAAL IS MEAR

En er is nog een reden waarom het verhaal dicht bij Oetsen staat. Hij is homoseksueel, evenals de broers Bakker. ,,Ik kin de broers begripe. Sy ha in wrakseling troch makke dy’t hetero’s nea erfare sille.’’

Hij heeft diepe bewondering voor ze. Indertijd zal het niet gemakkelijk zijn geweest om te zeggen dat je een andere geaardheid hebt. ,,Dat wie doe al sa en no noch steeds’’, verzucht Oetsen. ,,Dit ferhaal is mear as in skiednisferhaal. It is wichtich, nee, neadsaak dat dit ferhaal oer moed ferteld wurdt. En dat wy de Bakkers nea ferjitte.’’

Twee jaar heeft Oetsen aan het project gewerkt en het wordt bijna tijd om los te laten. De broers zijn een beetje onder zijn huid gaan zitten. Met welke Bakker hij zich het meest identificeert? ,,Mei Dirk. Crazy , hoe wy hast itselfde binne. Dreamer, leaf, sêft en konfliktfermijend. Hy koe ek wol ADHD hân ha’’, vermoedt Oetsen. Hij had de broers graag willen leren kennen. Het had vast geklikt. ,,En dan wiene wy nei in fage bar gong en hiene it dak der ôf dûnse.’’

Schrijfster werd beetje verliefd op Sjoerd

Schrijfster Toni Boumans van Je mag wel bang zijn, maar niet laf gaf eerder dit jaar een lezing in Buitenpost. Als opwarmer voor de voorstelling Moed . Het publiek, dat kerkgebouw De Schakel volledig vulde, hing aan haar lippen.

‘Wat een knappe jongen hè?’’, zegt schrijfster Toni Boumans (1944) wanneer de zwart-witfoto van Sjoerd Bakker wordt getoond op de muur. ,,Ik werd een beetje verliefd op die man op de foto en wilde meer van hem weten.’’

Foto: Lucas Kemper
Tekst: Elisabeth Post
Gepubliceerd op: 26-04-2024
Bron: Sneon en Snein, Leeuwarder Courant

Blijf op de hoogte
Naam(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.