Lach aan zijn kont
In het eerste deel domineert vooral het komische, want De Emigrant is zeker ook een erg onderhoudend stuk. En Smink, met zijn natuurlijke, superieure timing, is een geweldige speler die de lach aan zijn kont heeft hangen. Maar als hij vertelt over een uit de hand gelopen confrontatie met zijn spijkerharde broer, dan wreekt zich dat talent, want het oud zeer tussen die twee komt er niet zo goed uit. Pas na het interview met de Marokkaanse journalist wint het relaas van Sybolt aan diepgang.
Voor het antwoord op de vraag waarom Sybolt zo lang twijfelde om terug te gaan naar Friesland, moeten we echter wachten tot het deel na de pauze. Daarvoor lijkt zijn verblijf in Fryslân alleen maar positief, aangemoedigd door zijn B&B-gastheer en zijn zoon vanuit Amerika (beiden sympathiek gespeeld door Theo Smedes), maar ergens hangt er een donkere schaduw over, die alles te maken met de jeugdvriendin waarmee hij niet mocht trouwen.
Unheimisch gevoel
De ontdekking die Sybolt uiteindelijk doet zal ik hier niet verklappen. De reis die begon als een feest van herkenning, eindigt in het besef dat het land van zijn roots hem verraden heeft. Het unheimische gevoel van gespletenheid dat iedere migrant kent, is een wond geworden die niet meer heelt.
Wat begon als een komische vertelling, verandert in een pijnlijke tragedie. De Emigrant is een aangrijpend verhaal dat het verdient om opnieuw verteld te worden.